Foto van vroeger, de Vlasfabriek van Stedum
De vlasfabriek werd in 1870 opgericht door de familie Pilon. In de omgeving van Stedum werd indertijd zo’n 190 hectare vlas verbouwd. In het bijgebouw stond een stoomketel die gestookt werd met afval van de vlasverwerking. In de fabriek werd het vlas gerepeld, gebraakt en gezwingeld. Hierbij werd het zaad verwijderd, zodat uiteindelijk de vezel overbleef. De zgn. vlaslint die hierbij ontstond werd verpakt in balen van 100 kg en afgenomen door spinnerijen in Twente. In de hoogtijdagen werkten er in het winterseizoen 30 à 40 mensen.
Voordat het vlas in de fabriek verwerkt kon worden, werd het geroot. Hierbij wordt het vlas in water gelegd. Dit gebeurde aanvankelijk in de sloten in de buurt van de fabriek tot de gemeente dit verbood vanwege stank en vissterfte. De familie Pilon kocht toen de boerderij Crolleheert, Bedumerweg 37. In het aangrenzende maar kon het vlas worden geroot. Watermolen ‘de Volharding’ deed vervolgens dienst het vervuilde water te malen naar het Westerwijtwerdermaar.
In de vlasschuur aan de Molenstraat werd het lijnzaad geschoond en op de beurs van Rotterdam verkocht. De vlasproductie stopt in 1935 door dumping van vlaslint door de Sovjetunie.
In de toenmalige vlasschuur is nu het vlasmuseum gevestigd.
André de Graaf
Stichting Historie Stedum
Foto: Vlasfabriek Stedum, Lopsterweg 43 ca. 1950.
Fotograaf onbekend, collectie Klaas Pilon.